zaterdag 21 november 2015

Streetlife.

,,Señor, señor…”

Ik kijk opzij en zie een straatknul voorovergebogen aan mijn groen plastieken tafeltje verschijnen.

,,Estoy muy sediento, por favor señor!”

Hij wijst naar mijn halfopgedronken colaflesje. Ik twijfel niet en schuif het drankje vooruit. Hij gaat twee stoelen van mij zitten en slurpt gulzig het flesje leeg.
Blootsvoets, een halfvergaan blauw t-shirt, een witbruine short en een plastic zakje met wat maïs in de hand. Ik schat hem een jaar of 12.

,,Necesito zapatos señor!’’

Met getrainde smeekogen kijkt hij recht in mijn gezicht.

,,Como te llamas?” vraag ik in nieuwbakken Spaans. Ik denk ‘Erey’ te begrijpen maar slaag er niet in de klanken te koppelen aan een herkenbare naam.

,,Duermo en la calle, señor.”

Zoals zovele kinderen dus. Ik vraag hem of ie volgende vrijdag op hetzelfde tijdstip opnieuw rond de eetstand aan de kathedraal kan zijn. Om 21u. had ik namelijk afgesproken met wat vrienden in de ViaVia voor een gezellige avond.

,,Si señor! Viernes proximo!”

Ik hecht er niet veel geloof aan en stop 100 cordobas in zijn hand. Hij glimlacht en slentert sjofel verder.

In de ViaVia vertel ik mijn ervaring. Ik krijg te horen dat straatkinderen veelal van huis zijn gevlucht omwille van fysiek geweld van dronken ouders. De vrijheid van de straat is er veiliger dan het eigen dak. Organisaties als Las Chavaladas (gelinkt aan Arnaud Raskin) proberen hier iets aan te doen, maar het aanbod is te beperkt. Zelf wil ik meer zicht krijgen op deze zichtbare problematiek. Telkens ik over zo’n kind moet stappen bekruipt me een menselijk schuldgevoel. Misschien kan ik hier wel iets betekenen.

Een week later.

Het eetplekje waar ik vorige keer zat is opgedoekt. Op 5 meter herrees een nieuw ‘pop-up’ restaurant. Ik bestel wat kip en gallo pinto en neem plaats. Na een tiental minuten zie ik ‘Erey’ achter de straathoek verschijnen. Tot mijn verbazing is hij de afspraak niet vergeten. Hij ziet er niet uit en lurkt voortdurend aan een flesje dat hij onder zijn t-shirt verbergt. Lijm.

,,Chikungunya”, rilt hij.

Ook dat nog. Getroffen door het door muggen verspreide virus dat koorts en stevige gewrichtspijnen veroorzaakt.

,,Estas cansado?” vraag ik.

Zijn antwoord is verward. Gedrogeerd probeert hij zijn benen overeind te houden. Zijn hele lijf rilt van de koortskoude. Ik probeer nog even een gesprek op te starten maar tevergeefs.

,,La semana proxima?” vraag ik.
,,Duermo en la calle señor.”


1 opmerking: