woensdag 31 juli 2013

Castillo de la Inmalculada Concepción

Na een veel te vroeg ontbijt en gezellig Frans gekeuvel aan tafel word ik over de Rio Frio naar San Carlos gebracht. Daar ligt de 'snelle' boot klaar die me naar El Castillo moet brengen over de Rio San Juan, een tocht 'fullspeed' van dik anderhalf uur en 80 km verderop. Ik heb het geluk dat de corpulentste Nicaraguaan van het gezelschap het zitje naast mij kiest én daarbovenop wil kletsen in het Engels. Gelukkig komt bij mij op de meest idiote momenten een onsympathiek talent boven dat mij doet overleven in dergelijke situaties. ,,Hello, wer are joé from?'' ,,Belgica.'' ,,What's yor name, mie name is Burner.'' ,,Fat Burner?''
Einde gesprek. Ik geef toe dat ik vrijwel meteen zelf schrik van de woorden die cynisch over mijn tong rollen, maar het maakt mijn tocht heel wat aangenamer. Achter mij zitten twee gierende zongebruinde 'I've made it in my life' Amerikanen die mij direct nen toffen vinden en het blijft fun tot bij aankomst in El Castillo. Onnodig te zeggen dat de natuur rondom ons weerom magistraal is. Onderweg passeren we de aanleg van een gigantische brug die onderdeel is van de nieuwe 'Panamerika Highway', een door Japanners gefinancierd project dat het ongerepte karakter van het regenwoud aanvalt.
El Castillo ligt halverwege de Rio San Juan in het regenwoud en is beroemd omwille van het Spaanse fort 'Castillo de la Inmalculada Concepción'. Dit fort werd gebouwd van 1673 tot 1675 en had als doel de piraterij tussen de toenmalige hoofdstad Granada en de Caraïbische Zee een halt toe te roepen. Dit fort was getuige van talloze veldslagen tussen Spanjaarden, Britten en georganiseerde piratenbendes. In 1685 al werd het samen met het dorp errond een eerste maal verwoest en in brand gestoken.
De piraten die hier het meeste stof lieten opwaaien waren Sir Francis Drake, William Dampier, Henry Morgan en de bloeddorstige Pedro Nau of El Olonés. Het is 8u. en ik ga doorheen het dorp op zoek naar het juiste pad richting het fort. Andere toeristen volgen is zinloos, want behalve die twee Amerikanen is er geen kat aanwezig. Het is een kleurrijk dorp bestaande uit paalwoningen, een houterig kerkje, winkeltjes, enkele kleine hotels en een tweetal schooltjes. Nica's te paard draven van veld naar stal terwijl enkele kinderen de rivier in duiken. Auto's rijden hier niet.
Als het begint te regenen wenkt een grijzende man me vriendelijk om in zijn huis te schuilen. Omdat je nooit weet hoe lang zo'n regenbui duurt beslis ik om in regentenue verder te klimmen naar het Fort. Daar is een klein maar boeiend museum te vinden over de geschiedenis van El Castillo. Het zicht op de top van het fort is fenomenaal. Ik beeld me in dat er in de verte meer dan 50 zeilschepen en cano's opduiken met 2000 man aan boord zoals bij 'The Battle of Rio San Juan' op 26 juli 1762. Het Fort zelf had toen slechts een 100 soldaten aan wal.
De paniek moet gigantisch zijn geweest. Ik denk ook aan het feit dat Christopher Columbus hier in 1502 passeerde op expeditie. Wat moet die man hebben meegemaakt... Aan de overkant van de rivier krijg ik nog het prachtige beeld van een man rustend tegen een boom op mijn netvlies, zijn paard grazend in de schaduw. Ik geniet nog minutenlang na tot ik het fort verlaat en een weg vind die nog wat hoger gaat, smaller en smaller afslankend tot ik op de top van de heuvel op het lokale kerkhof sta. Een wanordelijke wirwar van gebroken kruisen en overwoekerde graven doet me snel terugkeren.
Ik maak nog een uitgebreide wandeling van het centrum weg langs modderige steegjes en gevaarlijk glibberige paden. De mensen kijken me wat verbaasd aan maar blijven altijd even vriendelijk. De varkens, honden en kippen zie je standaard rond elke paalhut zwerven, hier en daar aangevuld met een paard of een stel eenden. Na een lekkere vismaaltijd koop ik mijn retourticket, deze keer met de trage boot en een familie 'wurst und sauerkraut' Duitsers waar ik een gezellige babbel mee sla.
Langs de rivier wemelt het van de 'tortuga's' of schildpadden, die met de nek omhoog genieten van de zon. Voortdurend vliegen egrets en uit de kluiten gewassen aalscholvers gracieus over het water terwijl de families brulapen ons vierkant uitlachen vanuit de boomtoppen. De tocht van drie uur verveelt opnieuw geen ogenblik.
Bij aankomst in San Carlos wacht de zoon van Philippe me op en brengt me terug naar La Esquina Del Lago, waar ik eet en me klaarmaak voor de nachtelijke kaaimannenjacht. Het bijna einde van een ellenlange dag die geen seconde verveelde en waarin ik Frans, Engels, Duits en Spaans mocht spreken.

maandag 29 juli 2013

Kayakken op de Rio Frio


San Carlos ligt op het kruispunt van de Rio San Juan (180 km lang) en het zoetwatermeer van Nicaragua.  Dat meer is net een beetje kleiner dan het grootste meer in Latijns-Amerika, het Titicacameer op de grens tussen Bolivië en Peru.  Dit gebied in Nicaragua is vrij moeilijk te bereiken en wordt weinig bezocht door toeristen.  Het stuk regenwoud waardoor de Rio San Juan loopt is dan ook nauwelijks aangetast door menselijke activiteit. Halverwege de rivier ligt El Castillo, een vestigingsplaats van de Spanjaarden waar ze een indrukwekkend fort bouwden om piraten uit de Caraïben de doorgang te belemmeren. Dat bezoek staat morgen (in alle vroegte) op mijn agenda.
Zelf trok ik met een kayak en een 18-jarige lokale gids David de Rio Frio in, een zijrivier van de Rio San Juan. David is een Nicaraguaanse jongen die de rivier aanvoelt als geen ander.  Hij woont er sinds zijn geboorte en kent alle planten, dieren en gevaren op zijn duim. Een maand geleden werd hij door 'monsieur Philippe' aangeworven om toeristen te begeleiden en klusjes uit te voeren.  Voor David een unieke kans om uit de armoede te ontsnappen. Met 200 dollar krijgt hij hier een 'riant' maandloon. Voor mij de ideale gids.  Hij zwemt probleemloos tussen kaaimannen door het moeras, heeft oog voor detail waar ik van achterover val (ziet dieren waar ik met een verrekijker eerst tien minuten naar moet zoeken), en kent de allermooiste plekken van dit gebied. En geloof me vrij, dit gebied is echt de moeite! 
De diversiteit van planten en vooral dieren is er gigantisch. In het bijzonder springt de verscheidenheid aan vogels, in alle kleuren en groottes, in het oog. Piepkleine kolibrie's die van de ene bloem naar de andere zoemen, elegant vissende egrets, preutserige toekans, kwebbelende ara's, noem maar op. De mooiste zoo ter wereld en je hoeft niet te betalen of aan te schuiven in een lange toeristenrij.  Machtig!
Regelmatig wijst David me op brulapen die in de bomen van de vruchten genieten of languit een siësta houden. Wat verder zitten kleinere aapjes speels over de takken elkaar na te jagen.  Er zou hier ook nog een redelijke populatie jaguars zitten, maar om die te zien moet je erg veel geluk hebben. Als David 'Iguano, iguano' roept weet ik dat ik het weer zweten heb.  Deze schitterende schepsels zijn ware camouflagemeesters en het is niet evident om ze te vinden in de bomen. Het doet me deugd wanneer ik zelf eens 'Iguano, iguano' mag roepen. Al blijkt het dan toch meestal om een dooie tak te gaan. Het enige wat me dan rest is liegen dat ie net is verdwenen. Weinig geloofwaardig, want ze kunnen uren doodstil blijven zitten...
Als we door Mangrovewoud kayakken (tweedaagse) wordt het spannend. Horden muggen proberen de laatste restjes muggenmelk te omzeilen en schrikbarende insecten landen schaamteloos op mijn schouders.  Een toeristenhap blijkt voor hen een buitenkans.  Regelmatig steken we vast en moeten we uitstappen om de kayak weer vlot te krijgen.  Een gevaarlijk iets met de vele giftige waterslangen in de buurt.  Wanneer we worden opgeschrikt door een kanjer van een kaaiman vlakbij de kayak besluit David wijselijk terug te keren. Geen slecht idee, lijkt me.
We kayakken terug en persen de laatste spierinspanning uit ons lijf, beseffend dat wat ik te zien kreeg meer dan uniek is. 

La Esquina Del Lago

Daar sta je dan met je trekrugzak en je kleiner exemplaar moederziel alleen tussen joelende kramen in San Carlos. A donde esta el barco a La Esquina Del Lago? Het is onvoorstelbaar hoe snel je Spaans erop vooruit gaat als je geen ander communicatiemiddel hebt. Met veel plezier word ik door marktkramers verder geholpen richting de plaats waar de kade zich bevindt. Ik wring me door de piepkleine steegjes een weg naar beneden tot aan het water.
In het nachtelijk donker slaag ik er niet in het juiste bootje te onderscheiden. De kade vult zich vooral met kayaks, kleine gemotoriseerde bootjes en tientallen Nica's die denken de zaak van hun leven te kunnen doen. Uiteindelijk word ik door een militair naar een bureautje geleid waar ze het hotel opbellen. Een weinig later meert het bootje met opschrift 'La Esquina Del Lago' aan en maken we de oversteek tot aan het hotel. Het is 8u. 's avonds wanneer ik het paalhotel bestijg. Het is pikdonker, het stikt er van het ongedierte en er lijkt geen kat aanwezig. Na wat lawaai te hebben gemaakt schiet een licht aan en krijg ik mijn kamer toebedeeld. Het is meteen duidelijk dat iedereen hier leeft op het ritme van de natuur. Opstaan bij de eerste zonnestralen, slapen gaan bij het invallen van de duisternis.
Het eerste wat ik doe is een 'veilige zone' installeren in mijn kamer. Ik hang mijn muskietennet op en steek het aan alle kanten goed vast onder de matras. De kamer is 'regenwoud-basic'. Geen warm water, geen drinkbaar water, geen airco, tv, radio of andere luxe. De douchekuip is net het grote plein van Pyongyang in Noord-Korea waar communistische mieren in lange rijen marcheren, met enkele mega tanks (kevers) om nog wat meer spectakel te leveren. Daarboven patrouilleren zeven kamikaze muggen in formatie. Ook kakken op de wc ernaast en terwijl de gazet lezen mag je hier vergeten.
De elektriciteit wordt geleverd door een zonnecel en dus valt die regelmatig uit in het regenseizoen. Nu ja, het licht in je kamer lang laten branden is hier écht geen goed idee. Gedetecteerde dieren in de kamer: muggen, meerdere gecko's, twee vleermuizen (of dezelfde die na de eerste nacht opnieuw binnendrong), spinnen die je liever niet ziet, de hotelhond, kevers, massa's motten en vreemde insecten die ik nergens kan thuiswijzen. Mijn eerste eigen minizoo. Nice!
Het meest creepy is het ogenblik dat je languit in je veilige zone ligt op het bed. Het eerste idee dat je dan hebt is genieten van de vele regenwoud geluiden om je heen. En waarlijks, het is ook indrukwekkend. Onder de kamervloer hoor je kaaimannen in het water plonzen, rond het hotel de miljoenen insecten en zingende vogels, de regen die valt, enz... Een weinig later begint het. De geluiden IN je kamer die je maar niet kan thuiswijzen. Ik vermoed: gecko's die sprintjes trekken over de houten vloer, kakkerlakken die knagen aan het hout, knarsende kevers en andere mottige insecten, de hotelhonden die tegen je kamerdeur schuren, krijsende vleermuizen plakkend tegen de hor, enz... Enige remedie: verstand op nul en oordoppen in. Slaapwel.
's Morgens word je wakker op het ritme van het woud en ik kan je verzekeren, dat is zalig! De meeste insecten lijken verdwenen en voor het eerst zie je in wat voor een paradijselijke locatie je je bevindt. Daarbovenop staat een hele familie Nica's, gedirigeerd door eigenaar Philippe Tissaux, voor me klaar. Voor de komende dagen ben ik hier de enige toerist en iedereen pas zich aan mij aan. Als ik wil eten, eet de hele familie mee.
Op het menu: Elke ochtend: twee spiegeleieren, rijst met bonen, geroosterd stokbrood (what else met een Franse eigenaar) en een zeer lekkere koffie. 's Middags: rijst met bonen, kippenvlees (en alles van de kip...), sla en tomaat, superlekker fruitsap. 's Avonds: Gevarieerd en meestal erg lekker. Er zat zelfs al een spaghetti tussen. Samen met de keuze aan fruitsappen ongetwijfeld de beste maaltijd van de dag. Helaas zetten de meeste insecten hier hun aanval in.
Ik moet van Philippe Tissaux (64j.) telkens mee aanschuiven met de familie aan tafel. Hij vertelt honderduit over zijn jeugd in Frankrijk en zijn ervaringen in Centraal Amerika. Zijn ouders werden rijk in de 'Chemins de fer' en hij kon avonturieren in alle vrijheid. Na talloze omzwervingen vestigde hij zich tien jaar terug in Nicaragua. Hij beschikt over alle eigenschappen die je van een Fransman mag verwachten. De fierheid, trots, charisma en het dwepen met de vele Franse grootheden uit de kunstwereld. Voor mij is het een opluchting dat ik in het Frans kan communiceren waardoor de communicatie een pak vlotter gaat. Hij is de ideale persoon om me de komende dagen te gidsen door deze streek.
Het hotel staat bekend als visparadijs en menig topvisser komt hier zijn dobber uitgooien. Vooral de Tárpon en de reuze Saballo zijn hier gegeerd en in grote aantallen aanwezig. Dat verklaard ongetwijfeld ook de aanwezigheid van zoveel tropische vogels langs de Rio San Juan. Ik mag er niet aan denken dat dit uitgestrekte en unieke natuurgebied op termijn zal verdwijnen. President Daniel Ortega zette namelijk het licht op groen voor het aanleggen van een Kanaal van de Caraïben naar de Pacific dwars door het Lago De Nicaragua. Het nieuwbakken kanaal moet het Panamakanaal in de toekomst ver voorbij steken. De Chinezen beloven de Nicaraguaanse kassa te laten rinkelen, ten koste van de fenomenale ecosystemen hier aanwezig. De rust zal hier weldra worden doorbroken...
De mensen hier zijn het project niet ongenegen, omdat ze worden wijsgemaakt dat het hen erg veel werk zal bezorgen. Wij weten helaas beter en beseffen maar al te goed dat het opgeleide 'buitenlanders' zullen zijn die met de werkaanbiedingen gaan lopen. De lokale ongeschoolde Nica zal er nog bekaaider van afkomen en zijn prachtige habitat kwijtgespeeld zijn. But who cares? ...

zaterdag 27 juli 2013

Busrit Granada - San Carlos


Wie ooit een chickenbus nam in Centraal- of Zuid-Amerika weet dat dit onvergetelijke reiservaringen zijn.  Ik probeer dit in deze post wat te verduidelijken.  Ik beschrijf een busrit in Nicaragua in een Belgische context.
Je wil met de Lijn naar de Ardennen, een rit van pakweg 315 kilometer gelijk aan de afstand Granada - San Carlos.  Je hebt twee mogelijkheden; of je verplaatst je naar een bushalte, of je zwaait enthousiast langs de kant van de weg tot ie voorbijkomt.  Wel zorgen dat je op de juiste route staat natuurlijk.  Een kaartje kopen hoeft niet, je betaalt eenvoudigweg op de bus. Daar heb je steeds drie man tot uw dienst.  Een bruingebrande 'gerodeodeerde' chauffeur die kickt op bijna doodervaringen, een kortgespierde bagagegooier en een manusje van alles die terwijl de euro's int.  Bij de start wordt je grootste bagage op het dak gegooid. Je hoeft niet bij te betalen indien dit een varken, 50 tonnen graan, je schoonmoeder of een koelkast is.  Zolang het dak het wil dragen stelt niemand zich vragen.  Daar gaat netjes een zeil over en de lijnbus kan vertrekken.
Enkele minuten later begint het amusement dat zich een hele busreis doorzet. Op elke onmogelijke plaats liften straatverkoper(tje)s mee en proberen je vanalles aan de man te brengen.  Passeren de revue: Warme maïs, zakjes water, allerlei veelkleurig snoep, belegde broodjes, biertjes en andere frisdranken, mariabeelden en tientallen wellicht eetbare spullen waarvoor ik zelf geen naam durf te bedenken.
De meest irritante zijn ongetwijfeld de 'religieuzen' die het woord Gods komen inlepelen zoals je een gans zijn lever voedert. Met Jezusstickers voor de kleinsten, blinky Jehovaboekjes voor de pubers, timmergidsen 'De klop van de hamer van Jozef' voor de oudjes enz...  Het meest aangrijpelijke zijn kinderen die opstappen en na een minuut of vijf het hart uit de longen zingen voor luttele eurocenten. Natuurlijk telkens hits van radio Maria. Winnaar van de talentenjacht tijdens mijn transport is ongetwijfeld een jongen met cowboyhoed die menig bus(h)(g)anger omver blaast met zijn aan Justin Bieber grenzende stemvolume.  En oh ja, ik heb zijn DVD gekocht voor de promoprijs van 0,90 Euro. Heel benieuwd of er effectief iets op het schijfje gebrand staat. Het kan Herbert Verhaeghe op ideeën brengen.
Ondertussen blijft de plaats naast me gezellig leeg. Want als vreemdeling wil niemand natuurlijk naast je zitten, laat staan een babbel met je slaan. Hoe eivol de bus ook zit, rond mij blijft een aureool van 'te mijden' hangen. Best aangenaam als je op die manier de erbarmelijke lijfgeuren kan vermijden.
Wanneer het manusje van alles beslist dat de ramen open moeten, is er geen ontkomen aan. Als je net je hele ochtend aan je coiffure hebt besteed ben je eraan voor de moeite, zeker als het regent.  Weet dat op dat moment ook alles wat op plastic lijkt door het raam wordt gekegeld en vooral achteraan weer binnen vliegt.
Wie moet plassen houdt vol tot de rodeopaus de rol toiletpapier omhoog steekt en zelf de bus verlaat.  Dan begint het strijdtoneel waar het de kunst is om sneller je tuinslang af te nijpen dan de chauffeur want die wacht op niemand. Ik ben gelukkig in goeie doen en zie een dame vloekend en scheldend  achter de bus sprinten tot ze de handdoek in de ring gooit.  De volgende bus komt over vier dagen langs.  Suerte!
De carroussel van op- en afstijgende Nica's, bagage die alle kanten opvliegt en het radiovolume gedirigeerd op smaak van de rodeopaus houdt netjes aan tot aan de eindbestemming; San Carlos.
Prijs voor dit onvergetelijk staaltje volksamusement van 315 kilometer: 5,80 Euro.  Geloof me vrij, ik kan niet wachten tot ik terug richting Granada mag.  U moet dit beslist eens hebben meegemaakt voor u het bijltje erbij neerlegt!

zondag 21 juli 2013

La Calzada Street

Weekend en dus tijd om het uitgangsleven van de stad te verkennen. Met de horden gringo's around kan dat niet meteen een probleem zijn. Ideaal om het solitaire leven even opzij te zetten en wat te socializen aan de bar. Dat lijkt me een strak plan en dus trek ik welgemutst richting thé place to be; 'La Calzada Street', de laan richting het gigantische meer links van het centrale plein weg. Maar niet voordat ik bots op datgene waar men in Latijns Amerika dagdagelijks mee wordt overspoeld: een optocht.
Welke heilige vandaag in de straten wordt gezwierd weet ik niet, maar misschien hebben ze hier lucht gekregen van de koningswissel in België. Elke reden is in elk geval goed om de orkesten van stal te halen en het dorp in te palmen. Eén constante bij de vele optochten die ik tijdens mijn reizen ontdekte; de muziek is telkens om duimen en vingers van af te likken. Muziek zit in hun genen, da's duidelijk. Het is een evenwicht tussen volksmuziek en revolutionaire marsmuziek, telkens doorspekt met frivole dansen door lokale majorettenkorpsen. Wanneer het laatste tromgeroffel opnieuw wordt overstemd door de horden jankende straathonden trek ik verder richting het hoofddoel van de avond. Onderweg liggen halvegaren voor pampus in portalen en langs de stoeprand. Op zondag is dat blijkbaar een veel voorkomend gezicht. Met de regenbuien en de loslopende koeien je roes uitslapen op straat,
je moet het maar doen. Rond het plein lopen jongens met middeleeuwse karren het paardenschijt samen te borstelen voor luttele cordoba's.
Verder is het plein gevuld met allerlei kraampjes die worden uitgestald om menig toerist in hun pandjesweb te lokken. In het midden staat een afgebladerde kiosk waarop lieflijke koppeltjes elkaar de vurigste liefde wijsmaken.
Mijn strak plan ligt al snel in duigen wanneer ik in de uitgangsstraat kom. Veel volk, jawel. Maar met zijn allen gezellig rond de vele tafeltjes op de uitpuilende terrassen. Daar ik moeilijk spontaan aan een tafel kan bijschuiven en nergens een toog is te vinden waar volk aanzit kies ik mijn eigen tafel uit. Een heerlijke literfles Toña en de avond kan beginnen. Overal proberen armtierige Granadezen een graantje mee te pikken van het toeristenbal. Van sigarettenverkopers tot hangmatpatsers over vuurspuwers en schoenpoetsers.
Sporadisch slaagt iemand erin mijn volle aandacht te trekken, zeker als er dansende reuzen worden ingezet of een subliem zevental streetdancers de revue passeert. Dat bij dit nachtelijk volks amusement volop kinderen worden ingezet lijkt niemand te deren, en de cordoba's worden rijkelijk uitgedeeld. Overal flitsen de camera's en worden lacherig foto's gemaakt. Gringo's (Amerikaanse toeristen) tonen zelden respect voor de cultuur of lokale bevolking van Latijns Amerika, dat ondervond ik al op vorige reizen.
En dat is in Nicaragua duidelijk niet anders. Een gezellige babbel zit er deze avond niet meer in en dus keer ik vroeger dan gepland terug naar het hotel. Een uitstapje naar de discotheek langs het meer lijkt me trouwens te onveilig om alleen te ondernemen. Je leest het pa, ik neem geen overbodige risico's! Terug op de kamer wordt de Ipad uitgehaald en de les die me het verschil moet inprenten tussen 'saber' en 'conocer' hernomen. Nog een Toña aan de lippen en we zijn weer een ervaring rijker. Slaapwel!

zaterdag 20 juli 2013

San Pablo

Na een goeie lange nacht word ik opnieuw wakker van de explosies in de stad. Uit de kraan komt helaas geen water en dus wordt het improviseren. Na een kort maar stevig ontbijt maak ik mijn rugzak klaar. Ik vergeet water mee te nemen waar ik al snel spijt van krijg. De darmflora lijkt ook voor het eerst in opstand te komen. Deze voormiddag trek ik naar het schooltje 'San Pablo'
samen met een drietal Nica's, Nicaraguaanse jonge dames die vanuit het project Concorazon les geven aan plattelandskinderen. Het eerste uurtje woon ik een Engelse les bij. Ik schat de leerlingen (gemiddeld een zevental) tussen de 12 en 15 jaar oud. Tijdens de week lopen de klassen in de voormiddag makkelijk vol tot 45 studenten. Toch als het niet regent, want dan veranderen de wegen in modderstromen en is het te gevaarlijk om naar school te gaan. Vandaag zaterdag blijven de meesten afwezig en is het makkelijker om in gebroken Spaans wat meer uitleg te krijgen van leerlingen en tutors. Het Spaans is voor mij de grootste handicap. In Nicaragua slikken ze alle 's'-en in en de tweede persoon enkelvoud en meervoud gebruiken ze niet. Voor een beginnend student Spaans als ik is dit dus geen eitje. Deze les Engels geeft me de kans zelf iets bij te leren.
De sympathieke juf doet hard haar best om de leerlingen het Engels meester te maken. De vervoeging van de werkwoorden is het lesonderwerp vandaag. Verlichting is er niet in het lokaal en door het slechte weer is het schemerdonker. De leerlingen zijn al bij al 'redelijk' gekleed, weliswaar met de nodige gaten en vlekken, maar langs de weg zie je toch nog andere taferelen. Ik zet me aan de zijkant tegen de muur en observeer aandachtig. De leerlingen lijken totaal geen acht op me te slaan. De warmte droogt mijn keel uit, maar drinkbaar water is hier niet voor handen.
Daarna steek ik de speelplaats over richting de computerles. De laptops, die donaties zijn aan het project, worden vandaag gebruikt om een powerpoint presentatie te maken. De opdracht is vrij en een jonge student maakt een presentatie over de Eiffeltoren. Wanneer ik vertel dat ik op pakweg 300 km van die toren woon heb ik even alle aandacht en moet ik honderduit vertellen wat ik er allemaal over weet. In het Spaans. Je snapt me al :)
Even later kieperen de zwembaden uit de lucht en vlucht de helft van de leerlingen de school uit. Dat het water over de klasvloer loopt beroert niemand en met schaamrood denk ik terug aan het op stelten zetten van het gemeentehuis toen er een zoveelste lek werd gedetecteerd in PIEnTER, de school waar ik zelf actief ben. Werkelijk heel verrijkend dit avontuur, en opnieuw besef ik tenvolle dat we in België in ongekende luxe leven. En vooral dat alle luxe die we ons toeëigenden ons niet gelukkiger heeft gemaakt.
Tijdens de derde les worden tien puberende jongens uitgedaagd tot een spel. De familierelaties worden in twee gelijke kolommen in het Engels op het bord geschreven. De klas wordt in twee groepen verdeeld en bij het horen van een Spaanse relatie moeten ze zo snel mogelijk naar het bord lopen en het juiste woord omkringen. Chaos, maar ik kan niet ontkennen dat de gasten zich kostelijk amuseren. Het zweet breekt me uit wanneer ik word uitgenodigd om zelf een lesje Engels te geven. Een machtige ervaring uiteindelijk, waarbij ik helaas niet de helft van hun antwoorden begrijp. Ik weet weer waarom ik Spaans studeer...
Tenslotte woon ik een les wiskunde bij. ,,Un radical is una raiz indicada de una cantidad, si una raiz indicada es exacta tenemos una cantidad Racional y si es inexacta tenemos una cantidad irracional." De vierkantswortels vliegen om de oren en ik zet me wijselijk achteraan op het ezelsbankje. Dit wordt bijles...
Wanneer het tijd is kruipen we met z'n allen (studenten en tutors) achteraan op de pick-up en fungeren even als taxidienst door het hobbelige bosparcours. Het is de eerste maal dat ik het echt niet aandurf foto's te nemen, de armoede is hier werkelijk zéér schrijnend. Tientallen gammele en veel te kleine barakken uit golfplaten en hout waar veel te grote families in samenhokken. Kinderen in lompen die zich rot amuseren met een simpele stok. Ik stik van de dorst maar durf dit niet te zeggen. Een beschaamd gevoel overvalt me en ik probeer een babbel te slaan met de overgebleven 'students' op de pick-up. Voor hen lijkt er niks aan de hand, ze kennen niet anders. Wanneer de laatsten zijn gelost breekt alweer een gigantisch onweer los. We vluchten in de pick-up en rijden in stilte terug naar hotel Con Corazon.

donderdag 18 juli 2013

Eerste kennismaking

Solo naar Granada in Nicaragua. Ik geef toe, het gaf me een wat ongemakkelijk gevoel. Maar na een rit in een piepkleine Fiat richting station, een treintocht naar Antwerpen, een Thalys richting Schiphol, een vlucht naar Panama, een nieuwe vlucht naar Managua en een aangename taxirit naar Granada ben ik echt wel vlot op mijn bestemming geraakt. Tijdens de langste vlucht probeerde een zweterige Panamees mij wel te bedwelmen met zijn okselgeuren, maar gelukkig had ik mijn Frisk-muntjes bij die goed laxeren waardoor ik toch wat tegenwind kon bieden. Panama-België: 1-3 :) Bij aankomst in het hotel was de avondzon verdwenen en dus was het wachten op het ochtendgloren om de koloniale stad te aanschouwen. Zoals elke stad in Centraal Amerika wordt je gewekt door muziek, lawaaierige claxons en blaffende honden. Die laatste zijn ook steeds bereid tot een nachtelijk gratis concert. Als je ooit de oversteek waagt, geloof me, zonder oordoppen red je het écht niet. Wat me meteen opvalt in Granada is het ontbreken van de irritante 'tuc-tucs', driewielige rotdingen die alles en iedereen van de weg maaien. In plaats daarvan wemelt het van de meer charmante paardenkoetsen. Of paarden met remorque waarop je echt wel alles ziet passeren, laverend tussen de talloze aftandse auto's. Na een tijdje verdwijnt de zon en breken de eerste onweders los waarbij ettelijke zwembaden verfrissend over het hoofd worden gekieperd. De kracht van het dondergebrul is even schrikken, maar evenredig met de hoeveelheid water die omlaag kletst.
In het Hotel Con Corazon maak ik voor het eerst 'live' kennis met Geertje Vanderpas, de coördinator van het hotel en bezielster van het onderwijsproject. Samen met het team vier ik de verjaardag van een viertal medewerkers waarna we het platteland intrekken met een pickup. Het stadsgevoel is meteen weg wanneer we een hobbelige zijweg inslaan en het platteland induiken. De armoede langs de weggetjes, de gammele barakken, het grijpt meteen naar de keel. De beelden die je op je netvlies krijgt te zien kan je met geen woorden beschrijven. Ook schattige beelden, ik denk spontaan aan een oud dametje in een hangmat onder een houten pallet - lees afdak - naast haar krot. Ze schommelt overenthousiast heen en weer aan de hand van een touwtje dat ze stevig op en neer trekt. Iets later komen we aan in het eerste schooltje. Het eerste basisprobleem is meteen duidelijk: elektriciteit. Die wordt illegaal afgetakt van een buur die klacht indiende bij het ministerie. Het Nicaraguaanse ministerie wou een boete geven aan de school maar die poneerde dat het het ministerie is dat zelf verantwoordelijk is voor het aanleveren van die elektriciteit. Op zijn beurt stelde die dan weer dat dit niet kon omdat de school nergens was ingeschreven en dus al even illegaal was. Dat de leerkrachten die er werken al jaren betaald worden door het ministerie doet blijkbaar niks ter zake. Kafkaiaans...
Ik probeer te achterhalen welke middelen de openbare school krijgt van de staat. Het antwoord is meteen duidelijk: niks. De scholen krijgen 'enkele' betaalde leerkrachten en that's it. Geen papier, geen balpennen, nada. Nougatbollen. Rien. Tirez votre plan.
Daarbovenop zijn de leerkrachten die op het platteland lesgeven mensen die men nergens anders wil. Hoe incompetenter, hoe meer werkzekerheid op het platteland. Als ze er al zijn, want hun ziekteverzuim is torenhoog. Veel kinderen zijn er niet, de meesten werken 's namiddags op het veld. Enkelen worden bijgespijkerd in de Engelse les terwijl nog anderen ongeïnteresseerd buiten wandelen en een balletje trappen. Who cares... Morgen is het hier 'dia de la revolucion'. Een officiële vrije dag die de nodige stoeten door het straatbeeld zal jagen. Ideaal om met Geertje te bekijken wat we kunnen doen om kinderen in de scholen beter op te kunnen volgen. Een ding is me alvast duidelijk; de problemen waarmee het onderwijs hier kampt zijn niet in tien jaar op te lossen. Zelfs niet in twintig...
Nu ga ik samen met de coördinatoren lunchen en genieten van de vier flesjes Westvleteren XII die ik voor hen meebracht. Ze mogen ook eens in de watten worden gelegd, niet? :)