zondag 5 september 2010

Bladmoes

Elk jaar begin september zie je ze tevoorschijn komen. De herbariumverzamelaars. In trosjes van twee of drie dwarrelen ze de randen van de Kuurnse natuur af op zoek naar dat ene gezaagde groene blad dat zijn laatste zomerse dagen viert. Een beetje zoals de strijd van Caesar, de man die geen blad voor de mond nam en de Nerviërs tot bladmoes sloeg omdat die boomlange Oude Belgen van hun tak maakten. Zo zie je de kleine Kuurnse verzamelaars als legionairs rondtrekken.
Hoeveel stuks ze nu precies moeten verzamelen, en in welke mate ze die gedroogd moeten afleveren aan hun meester kon ik nog niet uitspitten. Feit is dat de Spesgrot, waar die verzamelaars groeien, duidelijk laat verstaan een jaarlijkse honger te hebben naar bladmoes. Het is niet om het even welk groen vel ze op tafel slingeren. De gegolfde blijken meer gegeerd dan de gekartelde, en de gekroesde bladrand van de krulzuring brengt de hele grot in een schijnbaar weergaloze extase.
Het sap in het moes van een blad, dat in trossen geparkeerd staat tussen de nerven, zou een bepaalde ‘verrijkende’ werking hebben. Toch als het in de juiste proporties wordt gemengd met andere specifieke bladeren. Spes Nostra is trouwens een anagram van ‘trossen sap’. Toeval?
Ik blijf dit jaarlijks terugkerend boeiend verschijnsel nauwlettend in de gaten houden.